- Duitsland kondigde zondag aan jaarlijks 100 miljard euro extra in defensie te gaan steken.
- Daarmee komen onze oosterburen precies uit op de NAVO-norm van 2 procent van het bbp.
- Nederland en vele andere lidstaten voldoen nog niet aan de begrotingsafspraken die binnen het militair bondgenootschap zijn gemaakt.
- Lees ook: Staatssecretaris schrikt van slechte staat Nederlandse kazernes – miljardeninvestering Duitse defensie vloeit deels naar Nederland.
Duitsland gaat dit jaar 100 miljard euro extra investeren in de krijgsmacht. Bondskanselier Olaf Scholz zei zondag dat de enorme verhoging van het defensiebudget nodig is, omdat “de wereld in een nieuw tijdperk is beland nu Rusland buurland Oekraïne is binnengevallen.”
Het bedrag van 100 miljard komt overeen met de NAVO-norm van 2 procent van het bbp en zal ook de komende jaren worden uitgetrokken.
In Nederland heeft de nieuwe coalitie van VVD, D66, CDA en de ChristenUnie in het regeerakkoord vastgelegd dat Defensie er structureel 3 miljard euro bij gaat krijgen. Daarmee zal Nederland uit gaan komen op ongeveer 1,8 procent van het bbp.
Minister Ollongren van Defensie (D66) liet zondag in het midden of zij het Nederlandse defensiebudget verder wil verhogen, maar haar partijleider en minister van Financiën Sigrid Kaag zei “op korte termijn” te willen kijken of Nederland meer geld aan defensie moet uitgeven nu “de situatie zo drastisch is veranderd” vanwege de oorlog in Oekraïne. “Vrede en veiligheid krijg je niet gratis”, stelde ze bij Op1.
In een Kamerdebat over Oekraïne tekende zich maandag een meerderheid af voor het verder verhogen van het defensiebudget.
Veel Europese landen halen NAVO-norm van 2% niet
In onderstaand overzicht, dat afkomstig is uit een rapport van de NAVO, is te zien dat van de NAVO-lidstaten alleen Griekenland, de VS en in iets mindere mate Kroatië in 2021 ruim voldeden aan de 2-procentsnorm. Het Verenigd Koninkrijk, Estland, Letland, Polen, Litouwen, Roemenië en Frankrijk zaten er licht boven.
Alle andere negentien landen zaten er duidelijk onder. Luxemburg was met slechts 0,57 procent van het bbp de absolute hekkensluiter, maar ook grote landen als Spanje (1,02 procent), Canada (1,39 procent) en Italië (1,41) bleven ver verwijderd van de begrotingsafspraken.